Sport |
Door zijn overwinning in de wegrit in Rio komt Greg Van Avermaet in het rijtje van Belgische olympische kampioenen te staan. Een elitair clubje met naast Van Avermaet slechts acht nog levende leden. Wij zetten de belangrijkste Belgische goudenmedaillewinnaars op een rijtje.
Door zijn overwinning in de wegrit in Rio komt Greg Van Avermaet in het rijtje van Belgische olympische kampioenen te staan. Een elitair clubje met naast Van Avermaet slechts acht nog levende leden. Wij zetten de belangrijkste Belgische goudenmedaillewinnaars op een rijtje.
Volg de Olympische Spelen waar je ook bent op je laptop, smartphone of tablet op Eén en Canvas via proximustv.be.
Als meerkampster haalde Tia Hellebaut haar grootste triomfen in het hoogspringen. Op de Spelen van Peking in 2008 won ze een gouden medaille na een sprong over 2m05. Nooit sprong ze hoger: van pieken op het juiste moment gesproken!
Tennisster Justine Hening won zeven Grand Slam titels in haar carrière, waaronder vier keer Roland Garros. In Athene in 2004 zorgde ze ook voor een olympische triomf na winst in de finale tegen de Française Amélie Mauresmo.
Door de winst van Greg Van Avermaet is Fredje niet langer de laatste Belgische man die olympisch goud won. In Atlanta in 1996 zwom hij naar goud op de 100 meter schoolslag in een nieuw wereldrecord: 1:00.60. Ondertussen werd dat wereldrecord in Rio door Adam Peaty op 57.13 gezet!
Atlanta was dé recente succeseditie voor België want in 1996 pakte ook Ulla Werbrouck goud. In de categorie tot 72 kg versloeg ze de Japanse Yoko Tanabe in de finale met ippon. Daarnaast werd Werbrouck ook zevenmaal Europees kampioene in haar carrière.
In 1984 won Roger Ilegems verrassend het goud in de puntenkoers in Los Angeles. Meteen zijn grootste overwinning ooit. Ilegems won wel nog brons op het WK puntenkoers in 1987.
Judoka Robert Van de Walle domineerde lange tijd de tatami en won zeven medailles op wereldkampioenschappen. In 1980 kroonde hij zich in Moskou tot olympisch kampioen, in 1988 deed hij daar nog een bronzen medaille bij in Seoel.
Patrick Sercu was een van de beste zesdaagse-renners van zijn tijd die ook het puntenklassement in de Tour op zijn naam kon schrijven. Zijn grootste triomf behaalde hij in 1964, toen hij goud won in Tokio op de kilometer met vliegende start. Op hetzelfde nummer werd hij ook drie keer wereldkampioen.
Nog in 1964 in Tokio liep Gaston Roelants naar de olympische titel op de 3.000m steeple. Twee jaar eerder had Roelants zich op hetzelfde nummer ook al tot Europees kampioen gekroond.
Gaston Reiff versloeg de onklopbaar gewaande atletieklegende Emil Zátopek op de 5.000m na een lange sprint op de Spelen van Londen in 1948. Twee jaar later won hij brons op het EK op hetzelfde nummer.
Jean Delarge was amper zeventien toe hij op de Olympische Zomerspelen van 1924 in Parijs een gouden medaille won in het bokstoernooi bij de weltergewichten. In de finale versloeg hij de Argentijn Hector Méndez.
Op de Spelen van 1920 in eigen land, in Antwerpen, pakte de Belgische voetbalploeg het goud. In de finale verliet Tsjecho-Slowakije bij een 2-0 voorsprong voor België uit onvrede met de arbitrage het veld.
Het team bestond uit Félix Balyu, Désiré Bastin, Mathieu Bragard, Robert Coppée, Jan De Bie, André Fierens, Emile Hanse, Georges Hebdin, Rik Larnoe, Joseph Musch, Fernand Nisot, Armand Swartenbroeks, Louis Van Hege en Oscar Verbeeck.
Schermer Paul Anspach nam vier keer deel aan de Olympische Spelen en haalde in totaal vijf medailles. In 1912 in Stockholm stond hij twee keer op het hoogste schavotje: individueel en in team, samen met Henri Anspach, Robert Hennet, Jacques Ochs en Victor Willems.
Boogschutter Hubert Van Innis is met negen medailles nog altijd de beste Belgische olympiër allertijden. In 1900 in Parijs won hij twee keer goud, in Antwerpen in 1920 deed hij vier keer (waarvan twee keer met het team) de Brabançonne klinken!
Zijn teammaats waren Pierre Van Thielt, Louis Van Beeck, Louis Fierens, Jérôme De Mayer, Louis Delcon, Edmond De Knibber en Alphonse Allaert.
In totaal zijn er maar liefst 66 Belgische olympische kampioenen te tellen, inclusief alle teamleden, goed voor in totaal 38 gouden medailles. Ook zij verdienen eeuwige roem:
André Noyelle - 2 x goud, wegrit individueel en per ploeg, 1952 Helsinki Robert Grondelaers - 1 x goud, wegrit per ploeg, 1952 Helsinki Lucien Victor - 1 x goud, wegrit per ploeg, 1952 Helsinki
Léon De Lathouwer - 1 x goud, ploegenklassement wielrennen, 1948 Londen Eugène Van Roosbroeck - 1 x goud, ploegenklassement wielrennen, 1948 Londen Lode Wouters - 1 x goud, ploegenklassement wielrennen, 1948 Londen
Pierre Baugniet - 1 x goud, kunstschaatsen in paar, 1948 Sankt Moritz Micheline Lannoy - 1 x goud, kunstschaatsen in paar, 1948 Sankt Moritz
Léon Huybrechts - 1 x goud, zeilen, 1924 Parijs Charles Delporte - 1 x goud, schermen, 1924 Parijs
Daniel Bouckaert - 2 x goud, voltige individueel en in team, 1920 Antwerpen Louis Finet - 1 x goud, voltige in team, 1920 Antwerpen Van Ranst (voornaam onbekend) - 1 x goud, voltige in team, 1920 Antwerpen Fréderic Bruynseels - 1 x goud, zeilen 6m-boot, 1920 Antwerpen Emile Corneille - 1 x goud, zeilen 6m-boot, 1920 Antwerpen Florimond Corneille - 1 x goud, zeilen 6m-boot, 1920 Antwerpen Edmond Cloetens - 3 x goud, boogschieten individueel en in team, 1920 Antwerpen Edmond Van Moer - 3 x goud, boogschieten individueel en in team, 1920 Antwerpen Firmin Flamand - 2 x goud, boogschieten team, 1920 Antwerpen Joseph Hermans - 2 x goud, boogschieten team, 1920 Antwerpen Louis Van de Perck - 2 x goud, boogschieten team, 1920 Antwerpen Auguste Van De Verre - 2 x goud, boogschieten team, 1920 Antwerpen Frans De Haes - 1 x goud, gewichtheffen, 1920 Antwerpen Henry George - 1 x goud, baanwielrennen, 1920 Antwerpen
Paul Van Asbroeck - 1 x goud, schieten, 1908 Londen
Constant Van Langendonck - 1 x goud, paardensport, 1900 Parijs Aimé Haageman - 1 x goud, paardensport, 1900 Parijs Emmanuel Foulon - 1 x goud, boogschieten, 1900 Parijs