Voetballers krijgen de heerlijkste bijnamen. Ruud Gullit was destijds 'Il Tulipano Nero' (de zwarte tulp), Eusebio was 'De Zwarte Panter' en Messi is natuurlijk La Pulga (de vlo). Het wemelt op en naast het veld van de originele bijnamen, zoals we al snel merkten.
We beginnen dicht bij huis, bij onze eigen nationale ploeg. Thierry Henry's 'Titi' heeft hij te danken aan zijn periode bij
Arsenal. Zijn trainer Arsène Wenger was 'Le Professeur', dus was het niet meer dan normaal dat zijn poulain Henry genoemd werd naar de oud-Franse benaming voor leerling. Dan heeft Roberto Martinez het minder getroffen. Toen hij in 2009 de overstap maakte van Swansea naar Wigan Athletic trakteerden de fans van Swansea hem op de weinig flatterende bijnaam 'El Judas'.
Floquet de Neu
"Er bestaan slechtere bijnamen dan 'Floquet de Neu' (Sneeuwvlokje)" zal de hoogblonde middenvelder Ronald Koeman gedacht hebben toen hij begin jaren 90 bij
FC Barcelona begon te spelen. Dat 'Floquet de Neu' eigenlijk een beroemde albino gorilla was uit de zoo van Barcelona, heeft daar uiteraard niets mee te maken.
El Burrito
Dikke pech Ariel Ortega, dat je genoemd bent naar een gevulde tortilla. Om het allemaal nog erger te maken voor de Argentijnse ex-international, moeten we 'burrito' eigenlijk vertalen als 'ezeltje'. Ok, Ariel was niet bepaald moeders mooiste maar om hem meteen een ezel te noemen, gaat er toch over.
Il Postino
Het Italiaanse enfant terrible
Mario Balotelli verklaarde ooit dat hij een goal nooit uitbundig viert omdat scoren eenvoudigweg zijn job is. "Postbodes juichen toch ook niet telkens ze een brief posten?" Spek voor de bek van de Italiaanse media, dat Mario meteen de bijnaam 'Il Postino' - de postbode - gaf.
Der Kaiser
Op de bijnaam van Franz Beckenbauer valt weinig af te dwingen. Hij is tot op heden de enige speler ter wereld die zowel de wereldbeker voetbal won als speler (in 1974) én als hoofdcoach (in 1990). Dat is zelfs Pelé ('O Rey' – de koning) niet gelukt.
The Non-Flying Dutchman
Dennis Bergkamp heft zijn bijnaam ('The Non-Flying Dutchman') helemaal zelf gezocht. Tijdens het WK 1994 viel een motor uit van het vliegtuig waarin Bergkamp en de rest van het Nederlandse nationale team zat. Alsof dat nog niet dramatisch genoeg was, riep een journalist voor de lol dat er een bom in zijn tas zat. Bergkamp zwoer dat hij nooit nog op een vliegtuig zou stappen.
Die Nähmaschine
Nee, de Duitse middenvelder Lothar Matthäus houdt niet bepaald van kruissteken, doorstikken of een dubbele afwerking. Lothar kreeg de bijnaam 'De Naaimachine' omdat hij er tijdens zijn carrière haast een gewoonte van maakte om andere spelers gele en rode kaarten aan te smeren. Een matennaaier dus, vandaar. Vraag maar aan de Denen, die in de 88ste minuut van hun wedstrijd tegen West-Duitsland de speler Frank Arnesen onterecht een rode kaart zagen krijgen. Dankzij een fraai stukje toneel van... jawel, Matthäus.
The Perminator
Onder de Rode Duivels lopen er ook een paar pareltjes rond. Zo is
Vincent Kompany 'Het Belgische Wafelijzer', was
Thibaut Courtois in Spanje logischerwijze 'El Flaco' ("de smalle") en noemen de Britten Thomas Vermaelen tijdens zijn 5 seizoenen bij Arsenal 'The Verminator'. Marouane Fellaini kreeg met 'The Perminator' een variatie op Vermaelens naam. Wat een kapsel niet teweeg kan brengen.
De beerwurger
Iemand die zichzelf 'De Beerwurger' mag noemen, komen wij liever niet tegen in een duister steegje. Of op een fel verlicht voetbalveld op zaterdagavond. Als de Turkse centrale verdediger Servet 'Ayibogan' Cetin zou beweren dat hij ooit voor de lol worstelde met een grizzlybeer, zouden we hem nog geloven ook.
Spice Boy
David Beckham heeft geluk én pech tegelijk, tenminste wat zijn bijnamen betreft. 'Becks' is nog braafjes en ook 'Spice Boy' is snel verklaard dankzij zijn huwelijk met de ex-Spice Girl Victoria. Wat die laatste hem flikte, was minder fraai: in haar boek noemde ze haar voetballende man liefkozend 'Goldenballs'. Wat ons eerder doet denken aan rare turnoefeningen in de slaapkamer dan aan voetbaltalent, maar dat terzijde.
The Incredible Sulk
In 2010 kreeg de Franse international Nicolas Anelka een zware aanvaring met de toenmalige Franse bondscoach Raymond Domenech. De speler kreeg een schorsing van 18 interlands, waarop hij ietwat laconiek antwoordde dat “hij zich een kriek lachte om die straf.” Anelka is blijkbaar niet vies van een beetje zelfspot want je kan het aantal keer dat hij glimlachte op een voetbalveld op één hand tellen. Zijn bijnaam ‘Le Incredible Sulk’ (“de ongelofelijke pruillip”) is dan ook meer dan toepasselijk.