Belgische sporthelden: Roger De Coster en zijn vijf motorcrosswereldtitels
Roger De Coster groeide op in een bescheiden gezin in Ukkel als kind van een staalarbeider. Hij ontwikkelde al vroeg een passie voor motorcross maar moest geduld oefenen tot hij 17 jaar werd alvorens hij genoeg spaarcentjes had voor een motorfiets. Dat was de Flandria 50, een 50 cc motorfiets. Al snel werd zijn talent opgemerkt. Op 19-jarige leeftijd werd De Coster Belgisch profkampioen, won hij de nationale MX500-titel en werd hij gerekruteerd door de Tsjechische fabrikant CZ. Dankzij dit contract nam zijn profcarrière pas echt een hoge vlucht.
Vanaf 1966, het jaar waarin hij 22 werd, won hij een reeks Belgische titels alvorens hij zich op internationale competities wierp. Zijn eerste Grand Prix-succes behaalde hij in 1968 in Italië in de 500 cc-categorie. Het jaar 1970 betekende een keerpunt voor De Coster. Hij nam afscheid van het CZ-team omdat hij te weinig ondersteuning kreeg en voegde zich bij het Suzuki-team, waar hij samen met zijn landgenoot Joël Robert een leidende rol zou gaan spelen in het team.
Dominantie (bijna) onbetwist
De Brusselaar wint vanaf het begin van het seizoen in 1971 verschillende internationale wedstrijden en haalde op 27-jarige leeftijd zijn eerste wereldkampioenstitel binnen in zijn favoriete categorie. Voor De Coster zou deze zege de eerste in een lange reeks worden. In 1972 behield hij zijn titel door zes van de twaalf wereldkampioenschappen te winnen. Het jaar daarop moest hij het hele seizoen de Duitser Willy Bauer voor zich dulden in het klassement. Zijn kansen keerden in de laatste wedstrijd van het seizoen in het Nederlandse Sint Anthonis. Zijn motor was geen partij voor het mulle zand van het parcours vanwege de beperkte brandstoftank van zijn Suzuki, maar dankzij een aanpassing aan het onderdeel en motorpech bij zijn concurrent Bauer kon hij alsnog de race als eerste eindigen.In 1974 stelde de FIM nieuwe eisen voor het minimumgewicht van de motorfietsen, waardoor Suzuki zich gedwongen zag om hun motorfietsen op provisorische manier te verzwaren. Dit zorgde samen met enkele problemen aan de ophanging voor een slechte tractie, waardoor De Coster en zijn team waardevolle punten verloren aan het begin van het seizoen. De Fin Heikki Mikkola ondervond met zijn Husqvarna-team geen mechanische problemen en maakte door een reeks overwinningen het leven van De Coster moeilijk. Ondanks verwoede pogingen van de Belg om de technische problemen het hoofd te bieden, was het Mikkola die aan het eind van het seizoen de titel ontving. Dit betekende het einde van de Belgische zegereeks, maar het daaropvolgende jaar nam De Coster revanche.
Een prachtig trackrecord
In 1976 moest Mikkola op vraag van Husqvarna verkassen naar de 250 cc-reeks, waardoor De Coster vrij spel had in de 500 cc-reeks. Uiteindelijk behaalde hij dat jaar in de 500 cc zijn vijfde wereldtitel. In 1980 stapte De Coster over naar Honda en werd vijfde in het wereldkampioenschap. Tijdens zijn allerlaatste Grote Prijs in Luxemburg won hij beide manches, waarna hij een punt achter zijn motorcrosscarrière zette.De Coster wordt door vriend en vijand vooral herinnerd als een getalenteerde motorcrosser die beheerst zijn rondes afwerkte en een neus had om kansen te benutten in een race. Hij reed in wedstrijden vaak in de middenmoot mee om in de laatste rondes te versnellen. Naast zijn wereldtitels won hij ook zes keer de Motorcross der Naties en evenveel keer de Nations Trophy. Na zijn profcarrière werd hij teammanager voor Honda en vervolgens Suzuki. Sinds 2011 is hij teammanager voor KTM. Momenteel leeft De Coster in de Verenigde Staten, waar hij ook teammanager is van het Amerikaanse team voor de Motorcross der Naties.
Ben je fan van deze artikelreeks? Lees ook deze artikels:
Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.