Belgische sporthelden: de fantastische Vuelta van Freddy Maertens
Precies 43 jaar geleden werd Freddy Maertens de zesde Belgische wielrenner die de Ronde van Spanje won. Als leider van de eerste tot de laatste dag van de wedstrijd behaalde de grote rivaal van Eddy Merckx een van zijn laatste grote successen.
Vóór Remco Evenepoel was het ongebruikelijk om een Belgische renner te zien zegevieren in een van de drie grote rondes. Sinds Johan De Muynck, winnaar van de Giro d’Italia in 1978, had tot 2022 geen enkele Belg meer de Tour, de Giro of de Vuelta gewonnen. Een jaar voor De Muynck won Freddy Maertens, een van de grootste kampioenen die ons land ooit gekend heeft, op autoritaire wijze de Ronde van Spanje.
Maertens arriveerde met al zijn enthousiasme in een profpeloton dat met kop en schouders werd gedomineerd door de almachtige Eddy Merckx. In zijn eerste seizoen kwam de slechts 21 jaar oude Maertens heel dicht bij het winnen van de wereldtitel in Barcelona. Felice Gimondi profiteerde toen van een meningsverschil tussen de Kannibaal en de jonge Vlaming om de regenboogtrui te grijpen. Het was het begin van een decennialange rivaliteit.
Een indrukwekkende zegereeks
Dat weerhield de in Nieuwpoort geboren renner er niet van om een indrukwekkende lijst overwinningen op te tekenen tijdens het eerste deel van zijn carrière. Op 25-jarige leeftijd had de kopman van de Flandria-ploeg al bijna 200 overwinningen op zijn naam staan, waaronder klassiekers als de Amstel Gold Race, Parijs-Tours en Gent Wevelgem, evenals het puntenklassement in de Tour de France. Aan het begin van het seizoen 1977 zat de Belg dan ook boordevol zelfvertrouwen. In de wereldkampioenstrui die hij een paar maanden eerder had gewonnen, won hij Het Volk en Parijs-Nice, voordat hij naar de Vuelta trok.
In Spanje zette Maertens vanaf het begin de toon. Hij eindigde als eerste in de proloog, 14 seconden voor zijn landgenoot en ploegmaat Michel Pollentier en 22 seconden voor uittredend winnaar José Pesarrodana. Hij behield die voorsprong tot de finish in Miranda de Ebro. De Belg was een allround renner met een uitzonderlijke snelheid die hem in staat stelde om meerdere dagen achter elkaar etappekoersen te winnen – een talent dat hij ten volste benutte in deze Vuelta.
Op de beklimmingen knarste Maertens zijn tanden en wist hij zijn belangrijkste rivalen, de Spanjaarden Domingo Perurena en Miguel Maria Lasa en de Portugees Joaquim Agostinho, bij te houden. Op het vlakke was de wereldkampioen ongenaakbaar en won hij zelfs vijf opeenvolgende etappes.
Een carrière met twee gezichten
De etappe tussen Bilbao en Urkiola was een van de laatste kansen voor Maertens’ rivalen om hem pijn te doen, maar dat deden ze niet. De onbetwiste leider hield stand en boekte de volgende dag in de slotrit zijn dertiende (!) ritzege om de Vuelta te winnen met bijna drie minuten voorsprong op zijn naaste achtervolger Lasa. Een ongekende prestatie, want hij brak daarmee het vorige record (twaalf overwinningen) dat sinds 1941 op naam stond van de Spanjaard Delio Rodriguez.
Voortbouwend op dit succes nam Freddy Maertens deel aan de Giro d’Italia, waar hij opnieuw zeven etappes won voordat hij op het circuit van Mugello ten val kwam en een gebroken pols opliep. “Mijn carrière lag aan diggelen”, schreef hij later in zijn autobiografie. Maertens zou nooit meer dezelfde zijn na die episode. Ondanks nog twee groene truien in de Tour en nog een wereldtitel in 1981, kreeg hij zijn oude glorie nooit meer terug. In 1987, op 35-jarige leeftijd, hing Freddy Maertens zijn fiets voorgoed aan de haak. Dit betekende het einde van een carrière met twee gezichten, maar niemand zal betwisten dat hij toen al een van de meest indrukwekkende prestaties in de Belgische wielergeschiedenis had neergezet.
Fan van deze serie? Lees ook:
Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.